Deel B gaat over de schadelijke stoffen die in huis kunnen voorkomen.

Voorts worden er grenzen aangegeven, waarbinnen het binnenklimaat aangenaam en comfortabel is of een negatieve invloed op het welbevinden kan hebben. Standaard van de Bouwbiologische Meettechniek (SBM 2008) Deel A B. Woongiften, schadelijke stoffen en binnenklimaat geen anomalie zwakke anomalie sterke anomalie extreme anomalie eenheid

Formaldehyde (e.a. giftige gassen).

formaldehyde < 20 20-50 50-100 > 100 g/m2. Oplosmiddelen (e.a. schadelijke vluchtige stoffen) VOS < 100 100-300 300-1000 > 1000 g/m3. Biocides (e.a. schadelijke stoffen) pesticide in lucht < 5 5-25 25-100 > 100 ng/ mepesticide in hout, materiaal < 1 1-10 10-100 > 100 mg/kg pesticide in huisstof < 0,5 0,5-2 2-10 > 10 mg/kg pesticide in materiaal met huidcontact< 0,5 0,5-2 2-10 > 10 mg/kg PCB in huisstof < 0,5 0,5-2 2-5 > 5 mg/kg vlamvertragers (gecloreerde) < 0,5 0,5-2 2-10 > 10 mg/kg vlamvertragers (halogeenvrij) < 5 5-50 50-200 > 200 mg/kg PAK in huisstof < 0,5 0,5-2 2-20 > 20 mg/kg weekmakers in huisstof < 100 100-250 250-1000 > 1000 mg/kg 4. Binnenklimaat (temperatuur, vochtigheid, kooldioxide, luchtionen, geuren ) relatieve luchtvochtigheid 40 -6 0<40 />60 <30 />70 <20 />80 % r.V.kooldioxide < 600 600-10001000-1500 > 1500 ppm ionen > 500 200-500 100-200 < 100 /cm luchtelektriciteit < 100 100-500 500-2000 > 2000 V/m

Tabel van deel B met de normen en richtlijnen uit de Standaard Bouwbiologische Meettechniek (SBM 2008).

B1 Formaldehyde en andere giftige gassen. De meting van formaldehyde, ozon, chloor, uitlaatgassen van verkeer, industriegassen, koolmonoxide, stikstofdioxide en andere verbrandingsgassen. De eenheid waarin het wordt uitgedrukt is ppm of g/m3. Mogelijke oorzaken zijn: lakken en verven, spaanplaat, houtverbindingen, inrichtingen, apparaten, verwarming, afvoergassen, enz. Grenswaarden voor formaldehyde: MAK-waarde 0,5 ppm, WHO 0,05 ppm, natuur 0,002 ppm, prikkeling van ogen en slijmhuid 0,05 ppm, reukdrempel 0,05 ppm, levensgevaar vanaf 30 ppm. B2 Oplosmiddelen en andere vluchtige organische stoffen Meting van vluchtige stoffen, zoals Aldehyde, Alifaten, Cycloalkane, Alcoholen, Amine, Aromaten,Esters, CKW, Glycolen, Isocyanate, Ketone, Terpenen. De eenheid is steeds ppm of g/m3. Mogelijke bronnen zijn: verven, lakken, lijmen, kunststoffen, spaanplaat, bouwdelen, meubelen, schoonmaakmiddelen, inrichtingen, enz. Referenties: er zijn nauwelijks referenties, enkele waarden zijn ooit door onderzoekers aangegeven,bijvoorbeeld BGA 1990 (Zwitserland) 300 g/m3, Geselschaft fur Umweltchemie (1998)200 g/m3. B3 Biocides en andere schadelijke stoffen. Meting van slecht uitdampende schadelijke stoffen zoals Pesticide, Insecticide, Fungicide, houtverduurzamingsmiddelen, Pyrethroide, brandvertragende middelen, weekmakers, PCB,PAK, Dioxine. De meetwaarde wordt uitgedrukt in de eenheid mg/kg of ng/m3. Deze biocides zijn te vinden in: hout-, leer- en tapijtverduurzamingsmiddelen, lijmen, kunststoffen,afdichtingen, mottenverdelgingsmiddelen, enz. Normen zijn moeilijk, enkele referenties: BGA (CH) 1000 ng/m3, ARGE-Bau (D) 100 ng/m3 of 1mg/kg stof. Voor PCB is meer duidelijkheid te geven: waarden onder 300 ng/m3 zijn probleemloos, waarden 300-3000 ng/m3, zoek de oorzaak op en probeer deze te verwijderen, waarden> 3000 ng/m3, beslist saneren. B4 Zware metalen en andere anorganische schadelijke stoffen De meting van de anorganische stoffen zoals zware metalen, metaalverbindingen, zouten. De veroorzakers zijn: houtverduurzamingsmiddelen, bouwmaterialen, bouwvocht, PVC, verven,glazuren, sanitairleidingen, industrie, milieuvervuiling, enz. Referenties: nog niet beschikbaar. B5 P artikeltjes en vezels ((zwevend) stof, asbest, minerale vezels)Meting van stof, aantal partikeltjes en grootte, asbest en overige vezels, uitgedrukt in aantal /m3 of /l. Mogelijke bronnen zijn: Aerosolen, stof, (sigaretten)rook, roet, bouw- en isolatiematerialen,airco fs, apparaten, ventilatiesystemen, milieuvervuiling, enz. Grenswaarden: in de SBM 2008 staan geen normen en geen referenties opgenomen. 2008? B6 Binnenklimaat (temperatuur, vochtigheid, kooldioxide, luchtionen, geuren) Meting van de temperatuur in graden Celsius, de relatieve vochtigheid in % r.V., hoeveelheid zuurstof in volume %, kooldioxide in ppm, luchtdruk in mbar, luchtbeweging in m/s. Daarnaast het aantal klein ionen per cm3 en de luchtelektriciteit in V/m. Voorts de vaststelling van geuren en het ventilatie-voud.

Bronnen van afwijkende meetwaarden zijn: bouwvocht, ventilatie, verwarming, inrichting, aantal mensen in de ruimte, elektrostatisch oplaadbare oppervlakten, elektrostress, stof, milieuvervuiling, enz. Referenties zijn er voor onderdelen. Voor Kooldioxide: MAK 5000 ppm, USA werkplek 1000 ppm, natuur landelijk ca. 360 ppm, stad ca. 400-500 ppm, wegen met veel verkeer aanzienlijk hoger. Voor de klein-ionen zijn de referenties: natuur > 3000 / cm3, gebied met schone lucht 2000 / cm3, stad < 1000 / cm3, ruimte met veel synthetische materialen < 100 / cm3, tijdens smog <50 / cm3. Voor de luchtelektriciteit: Arbo 40.000 V/m, bevolking 10.000 V/m, natuur ca. 50-200 V/m, tijdens onweer ca. 1.000-10.000 V/m. 17.2 Deel C van de SBM 2008 (schimmels, bacteriën en allergenen) In dit deel worden de, over het algemeen, zwaar onderschatte biologische beïnvloedingen besproken. C. Schimmels, bacterie en allergen en geen anomalie zwakke anomalie sterke anomalie extreme anomalie eenheid 1. schimmels (en sporen en stofwisselproducten) Aspergillus, Stachybotrys 0 minimaal Candida, Cryptococcus 0 minimaal sporen < 200 200-500500-1000>1000 /m sporen < 20 20-50 50-100 > 100 /dm X. Toelichting geen anomalie: de natuurlijke omgeving of de niet uitwijkbare minimale invloeden van onze civilisatie zwakke anomalie: in de zin van het voorzorg principe en rekening houdend met sensibele of zieke mensen, zal een sanering (op termijn) moeten plaats vinden sterke anomalie: uit zich van de woonbiologen niet meer acceptabel, er moet dringend gesaneerd worden extreme anomalie: onmiddellijke sanering noodzakelijk, hier worden deels zelfs internationale grenswaarden bereikt of overschreden

Tabel van deel C met de normen en richtlijnen uit de Standaard Bouwbiologische Meettechniek(SBM 2008).

C1 Schimmels, sporen en stofwisselingsproducten Meting en bepaling van cultiveerbare en niet cultiveerbare schimmels, schimmelsporen, en stofwisselingsproducten. De meeteenheid voor de schimmels en sporen is /m3, /dm2, /g. De stofwisselingsproducten worden uitgedrukt in MVOC of toxine. De oorzaken van de vervuiling zijn te vinden in: gevolgen van vocht in (bouw) constructies, koudebruggen, bouwmateriaal, ventilatie, airco s, inrichting, milieuvervuiling, enz. Referenties: WHO pathogene en/of toxigene schimmels zijn in de binnenruimte lucht niet acceptabel, vanaf 50 /m3 van een soort moet de bron gezocht worden, een cocktail van verschillende soorten, met bijmenging van soorten uit de buitenlucht tot een maximum van 500/m3 is acceptabel. C2 Gistschimmels en zijn stofwisselingsproducten. De meting en bepaling van gistschimmels (uitgedrukt in /m3, /dm2, /g) en zijn stofwisselingsproducten. Mogelijke bronnen zijn: natte (bouw)delen, hygiëne problemen, levensmiddelen, afval, apparaten, inrichting, milieuvervuiling, enz. Er worden geen referenties gegeven in de SBM 2008 voor dit onderdeel. De individuele gevoeligheid is maatgevend. C3 Bacteriën en zijn stofwisselingsproducten Meting en bepaling van de aanwezige bacteriën (uitgedrukt in /m3, /dm2, /g) en zijn stofwisselingsproducten.Mogelijke bronnen zijn: natte (bouw) delen, hygiëne problemen, levensmiddelen, afval, milieuvervuiling, enz. Er worden geen referenties gegeven in de SBM 2008 voor dit onderdeel. De individuele gevoeligheid is maatgevend. C4 Huisstof mijten en andere allergenen Meting van het aantal mijten en zijn uitwerpselen, pollen, grassen en dierharen, de eenheid waarin e.e.a. wordt uitgedrukt is /m3, /g of %. Mogelijke bronnen zijn: mijten en stofwisselingsproducten, hygiëne problemen, huisstof, vocht,ventilatie, huisdieren, omgeving, enz. Er worden geen referenties gegeven in de SBM 2008 voor dit onderdeel. De individuele gevoeligheid is maatgevend. In het kader van een woonbiologisch onderzoek kunnen nog verdere onderzoeken plaatsvinden, zoals bijvoorbeeld inzake de lichtkwaliteit van de ruimte, belichtingssterkte en UV-straling, de kwaliteit van het drinkwater, van bouwmaterialen, meubelen en andere inrichtingsvoorwerpen en de schadelijkheid van insecten in huis. Let ook op de toelichting van de termen: geen anomalie, zwakke anomalie, sterke anomalie en extreme anomalie, die als deel X is toegevoegd onder deel C in de tabel. Deze Standaard Bouwbiologische Meettechniek zal regelmatig ge-updated worden, vooral dein de tabellen weergegeven normen en waarden. Kijk daarom steeds voor de nieuwste uitgave op http://www.maes.de



Elektrostress-gezondheid.nl is een initiatief van Lescrauwaet BV.

Deze website is gerealiseerd door Raymond Lescrauwaet m.m.v. prof. dr. ir. Michiel Haas.

Dit vanuit een duurzame samenwerking inzake o.a. EMV metingen binnen www.dewoonbioloog.nl


De inhoud van het boek refereert aan de Standard der Baubiologischen Messtechnik SBM 2008-2015.

Het boek is te verkrijgen via: info@elektrostress-gezondheid.nl

ISBN 978-90-74510-99-8 / Alle rechten voorbehouden aan de uitgever.
.